2016 – JOA NAAR ZUID-AFRIKA

23 mei 2024

Ieder natuursteenbedrijf heeft wel eens een werk geleverd in Impala. Maar waar komt het nu precies vandaan? Tien JOA-leden gingen op jacht naar de herkomst van deze bekende natuursteensoort, naar Zuid-Afrika. Met een gids bezochten ze groeves, maar gingen ook op safari op zoek naar de ‘big five’. En ze leerden een beetje de taal en genoten van een originele braai met brandbeksous.

Uit alle windstreken kwamen de JOA-leden in oktober naar Schiphol voor een reis naar Zuid-Afrika. Het was een gemengd gezelschap – vier leden actief in de bouwsector, zes in de bouw- en grafsector – waarvan de oudste (veertig) nog net mee mocht en de jongste (achttien) voor het eerst een lange reis ging maken. Via een tussenstop in Abu Dhabi landden de deelnemers in Johannesburg. Daar wachtte gids Chris Oosthuizen hen op. Hij vertelde dat Zuid-Afrika rijk is aan grondstoffen, denk aan mineralen, edelstenen, kristallen, diamanten, goud, platina en zilver. Het moet dus wel een heel rijk land zijn. Niets is minder waar, want Oosthuizen legde uit dat de meeste grondstoffen alleen in Zuid-Afrika worden gedolven. Buiten Zuid-Afrika worden ze bewerkt en wordt er het meeste aan verdiend.

Groevebezoek : Zuid-Afrika is ook het land van natuursteensoorten als African Red en Impala. Meer dan honderd Impala-groeves bevinden zich in het noordoosten van het land, niet ver van Johannesburg. De JOA-leden gingen op bezoek bij het bedrijf Cameleon Granite, dat een eigen groeve – EB Impala – , zagerij en bewerkingsmachines bezit. De directeur van het bedrijf vertelde over de ins en outs van het bedrijf, waar blokken Impala light, medium en dark worden verzaagd, van een afwerking voorzien en klaar gezet voor transport of direct op een sleepwagenkie (aanhangwagen) getakeld. Het werd voor de deelnemers een eerste kennismaking met de typische Afrikaanse taal, een mengelmoes van Nederlands, Vlaams en Duits. Opvallend was dat het bij het bedrijf netjes en gestructureerd was. En er werd veilig gewerkt, iedere werknemer had een hesje, harde hoed (helm), oordoppen en veiligheidsschoenen. Vervolgens stapten ze met wel vijftien man in een bakkie (pick-up auto) om via de snelweg met honderd kilometer per uur huiswaarts te racen. Tijdens het groevebezoek waren de JOA-leden getuige van een gecontroleerde ontploffing. Voor de ontginning van kwalitatief goede Impala wordt namelijk een bovenlaag met behulp van plofstof (niet zo krachtige explosieven) losgebroken en afgevoerd. De lunch bestond uit een heerlijke braai (barbecue) waarbij twee zwarte werknemers werden aangewezen om het vlees te draaien. In ruil daarvoor mochten ze mee eten en later uitklokken. Voor de Nederlandse gasten voelde het een beetje ongemakkelijk aan, net als het gegeven dat de hotelbediende de koffer moet dragen. Gids Oosthuizen probeerde zo goed mogelijk de complexiteit van het land uit te leggen. Een land van blanken, zwarten en kleurlingen. Een land vol natuurlijke rijkdom en potentie, maar tegelijkertijd ook heel veel armoede. Deze tegenstelling ervoeren de deelnemers aan de reis ook in Johannesburg waar de eerste drie nachten werden doorgebracht. De arme sloppenwijken en de rijke wijk Sandton met veel Europees marmer in de shoppingmalls.

Uitstappies : Naast het bedrijfsbezoek maakten de JOA-leden tijdens hun reis enkele uitstappies (excursies). Bijvoorbeeld naar de diamantmijn van Cullinan. Deze mijn bevindt zich in een oude vulkaan en er is de grootste diamant ooit gevonden, wel een vuist groot. Er werd een uitleg gegeven over de herkomst van diamant – het is een omzetting van koolstof onder hoge druk – dat er wel 100.000 kilo grond verzet moet worden voor 8 gram diamant (dit is 40 karaat), en dat een klein deel wordt gebruikt voor de industrie, denk aan boren, zaagbladen en schuurschijven.

De natuursteenliefhebbers kwamen goed aan hun trekken tijdens een bezoek aan het Voortrekkersmonument. Dit monument werd in 1949 onthuld ter nagedachtenis van de Voortrekkers (Nederlandstalige Afrikaner boeren), die de Engelse Kaapkolonie tussen 1835 en 1854 verlieten en de binnenlanden introkken, waarmee het ontstaan van Zuid-Afrika een feit was. Het beeld bestaat uit ruw gekapte blokken geel graniet (bewust uit de Zuid-Afrikaanse bodem gedolven) met binnenin een fries van 92 meter lang en 2,5 meter hoog, uitgevoerd in wit marmer. Het is de één na langste fries die in Bianco Carrara is uitgevoerd.

De JOA-leden gingen niet alleen op zoek naar Impala, ook wilden ze de ‘big five’ spotten. Daarvoor gingen ze op safari naar het Entabeni Gamepark. In dit wildreservaat verbleven ze twee dagen en nachten. Niet alle dieren van de big five werden gespot, maar wel zagen ze onder andere neushoorns, olifanten, giraffes, leeuwen, buffels en cheetahs.

Townships : Belangrijk onderdeel van de geschiedenis van Zuid-Afrika is apartheid. Het ontstaan hiervan valt samen met het ontstaan van de townships. De zwarte bevolking trok naar Johannesburg om te werken in de goudmijnen. Deze mijnwerkers werden geplaatst in de buitenwijken en buitengebieden ten zuidwesten van Johannesburg: Soweto (South Western Townships). De JOA-leden brachten een bezoek aan Soweto, onder andere de voormalige woningen van Nelson Mandela en Desmond Tutu liggen daar in één straat.

Als laatste stond een bedrijfsbezoek aan Afrika National Granite op het programma. Ook hier werd hoofdzakelijk Impala uit de eigen groeve verwerkt. In Nederland wordt doorgaans de donkere variant toegepast en incidenteel de medium variant. Light – dat in Nederland veelal als minder mooi wordt beschouwd, maar in Afrika op grote schaal wordt toegepast – krijgen de JOA-leden doorgaans niet te zien. Het was dan ook interessant om de verschillen tussen de drie varianten te zien.

Na dit bezoek ging de reis weer terug naar Nederland. Een reis waarbij de deelnemers veel gesprekken en discussies hebben gevoerd over de uitoefening van hun vak. Onderwerpen als straalfolie, verven van teksten, verlijmingstechnieken, natuursteensoorten, software en algemene inkoop- en verkoopprijzen passeerden de revue. Maar vooral ook een reis vol onvergetelijke ervaringen en waarbij de hartelijke, vrolijke en lachende gezichten van de zwarte bevolkingsgroepen de deelnemers nog lang bij zullen blijven.

Tekst : Wilbert Leistra en Michiel van Luijn © Vakblad Natuursteen